Een regenachtige Pinksterdag. Typisch zo’n dag waarop mijn vrouw even de tijd zou nemen om met haar moeder te bellen.
Of typisch zo’n dag waarop ze, voordat ze zelf de daad bij het woord had kunnen voegen, door haar moeder zou zijn gebeld. Dat je de klok erop gelijk kon zetten hoe dat gesprek zou verlopen – uitwaaierend, over ditjes en datjes en over serieuze kwesties, de val van het kabinet die ongetwijfeld zou zijn bejubeld door mijn schoonmoeder. En misschien zou mijn schoonvader, hoewel niet zo’n prater als zijn echtgenote, ook nog aan de lijn zijn gekomen. En zou ik zelf een duit in het zakje hebben gedaan: even mijn stem laten horen, en de hunne horen.
De verdrietige kwestie is alleen dat mijn schoonouders al zo’n twee, drie jaar niet meer onder ons zijn. Een gegeven waar ik me op het ene moment gemakkelijker bij weet neer te leggen dan op het andere. Ze waren hoogbejaard en dan is een keer de koek op, dat is nu eenmaal de loop der gebeurtenissen. Maar vandaag is zo’n dag waarop het onomkeerbare ongerijmd lijkt. Dat we gewoon de telefoon kunnen pakken om te informeren hoe het met hen gaat, zelfs nu ze niet meer zijn waar ze lang waren.
‘Hoelang zijn papa en mama nu weg?’ Dat is de vraag die Janfrans, mijn verstandelijk gehandicapte zwager, mijn vrouw met enige regelmaat stelt. Op haar antwoord volgt dan niet nog een vraag. Alsof de feiten een geruststelling zijn. Dat een kort ogenblik aan hen denken genoeg is. Dat onze gedachten dan even teruggaan naar hen en de herinneringen dan vanzelf opborrelen. En misschien ook dat ‘weggaan’, zoals hij dat noemt, voor hem de mogelijkheid tot ‘terugkomen’ in zich draagt. Hij heeft het verstandelijk vermogen van een zesjarige, en op die leeftijd denk je nog magisch.
Teruggekomen zijn ze al op deze verregende Pinksterzondag, zij het niet stoffelijk. Sterker nog, ze zijn eigenlijk nooit weggegaan.
Reactie plaatsen
Reacties
Ontroerend en heel herkenbaar! Dank je Olaf
Dank je Fike.
Mooi geschreven weer Olaf!
Klein is in deze groot, want het raakt me.
In gedachten afscheid is de gedachte die blijft aan het leven daarvoor.