
Het lichaam tempert de geest. Of is het net andersom?
Het voelt als niet zo lang geleden. Dat mijn dochter en ik er naderhand achter kwamen dat we allebei op hetzelfde tijdstip in de Bloemenbar in Amsterdam hadden verkeerd. Ver, ver na middernacht was het geweest. Logisch dat laatste want dit nachtcafé in de hoofdstad is het laatste toevluchtsoord voor stappers die niet van ophouden weten.
‘Heel ongemakkelijk als ik je tegen was gekomen’, verzuchtte ze. Waarom manifesteerde haar vijftigervader zich als nachtdier in haar domein? Ach, was mijn verweer, de avond was geslaagd en een afzakkertje daar, waarom niet? Een eenmalige bevlieging. Laten we het daar op houden en vooral ook het woord midlife crisis weglaten.
De Bloemenbar deed me overigens een beetje denken aan de Benzinebar in Groningen. (Ik geef toe dat de namen van deze horecagelegenheden verschillende associaties en geuren oproepen). Ook de Benzinebar was de laatste halte voor onstuitbare kroegtijgers. Van de keren dat ik er ben geweest – in de jaren tachtig, ik was nog jong dus ik was er met permissie zou je kunnen zeggen – herinner ik me dat het er stampvol was en de helft van de bezoekers nauwelijks nog op zijn benen kon staan vanwege verregaande staat van dronkenschap.
Een vreemde gewaarwording was het als je daarna weer buiten stond. Dat het al licht was en de bedrijvigheid in de binnenstad voorzichtig op gang was gekomen. Als ik dan in de middag brak wakker werd, golfde Jacques Brels De Nuttelozen van de Nacht plagerig door mijn hoofd.
Nu staan we allebei in het publiek in de goed gevulde bovenzaal van Paradiso in Amsterdam. Dochter heeft me, vanwege mijn verjaardag nog, getrakteerd op Koffie. Niet dat oppeppende zwarte drankje maar het optreden van een Afro Funk band met die naam, vandaar de hoofdletter K.
Superleuk optreden is het. We wiegen allebei lichtjes heen en weer, dansen zou je dat kunnen noemen. Toch kan ik het op een goed moment niet laten: ik werp een blik op mijn horloge. Ik ga na hoelang het ongeveer nog duurt voordat ik thuis ben en in bed kan kruipen. De gedachte aan die warme plek en diepe slaap – die nog voor middernacht zal beginnen – is een even grote opkikker als Koffie en koffie. Een paar jaar geleden zou ik me nog hebben geschaamd voor deze gedachte. Nu niet meer.
Want het lichaam tempert de geest. Of andersom, daar ben ik nog niet uit.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi verhaal Olaf, ja we worden ouder. Ik denk dat het lichaam de geest tempert. groet Henk
Zwalkend de benzinebar verlatend, terwijl de kerkgangers hun zondagse openbaring tegemoet wandelen en jij de slaap. Nog niet echt wetend wat je gemoed zal zijn na je dromen.