Een aantekening in zijn dossier

Gepubliceerd op 4 januari 2025 om 13:46

Onze kat Otto moet voor de jaarlijkse controle naar de dierenarts. De aanloop verloopt doorgaans nooit zonder slag of stoot. 

 

Onze kater van bijna zeven kilo verzet zich telkens meer dan krijgshaftig als we hem in zijn kattenkooi proberen te krijgen. Iedere vezel en in het bijzonder elke nagel aan elke poot gooit hij in de strijd om niet in dat ding te gaan.

Mijn vrouw en ik rooien de klus inmiddels met zijn tweeën, we kennen zijn reputatie.
Eenmaal gevangen en onderweg naar de dierenarts miauwt Otto doorgaans onophoudelijk. Hij mag supersterk zijn, angstig is hij ook. ‘Oh, die bange!’, merkte een achterbuurman een tijdje geleden op toen ik beschreef welke kat van de buurtkatten we de onze mogen noemen.   
 
Dit keer hebben we het onszelf gemakkelijker gemaakt door Otto te drogeren met het middel Gabapentine. Advies van de dierenarts naar wie Otto de vorige keer blies en met zijn poot uithaalde toen hij in de behandelkamer uit zijn kooi werd gehaald. Het helpt want het tegenstribbelen staat dit keer niet in verhouding tot de eerdere keren.

In de wachtruimte maken we een praatje met het baasje van kat Mees. Net als Otto een zwart-witte kater, maar behept met een wat ander karakter: Mees zit in een blauwe emmer als een in een kat gereïncarneerde zenboeddhist te wachten op de dingen die komen gaan.  

We zijn aan de beurt en lopen met Otto de behandelkamer in. Ditmaal laat hij zich gehoorzaam bevrijden uit zijn kooi. Leve de Gabapentine.

De dierenarts van dienst is een vrouw van een eind in de vijftig. We hebben haar nog niet eerder getroffen. Ze staat boven haar laptop gebogen en vraagt haar jonge assistente de betekenis van een afkorting. ‘THTH.’ De jongeling legt uit wat het betekent. Een boomer-gen Z dialoog, concludeer ik.

Het consult verloopt gladjes, Otto wordt gezond verklaard. Hij geeft geen kick bij het onderzoek, ook niet bij de prik. En hij gaat even volgzaam terug in z’n kooi als hij er uitkwam.

‘Jullie kat heeft een aantekening in zijn dossier staan’, zegt de dierenarts, vlak voor ons vertrek.
Nu pas besef ik dat het onderonsje van haar en haar assistente op Otto sloeg. Onze kat is too hot to handle.
Ik vind het na de karakterschets van de buurman - ‘die bange’ - een mooie geuzennaam.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.